Lenia en Kevin studeren allebei bedrijfskunde, Lenia aan een privéuniversiteit en Kevin aan een staatsuniversiteit. De motivatie van de twee kon niet meer verschillen
Druk van verwachtingen
Lenia had al goede cijfers op school en wil nu ook veel studeren aan de universiteit om het zo goed mogelijk te doen. Tot nu toe heeft ze nog nooit een lezing gemist en ze schrijft altijd alles nauwgezet op. Ze heeft twee oudere broers en zussen die allebei gepromoveerd zijn. In haar ouderlijk huis worden prestaties met hoofdletters geschreven; Lenia’s ouders werken in de vastgoedsector en hebben hoge verwachtingen van hun dochter. Het is de bedoeling dat ze op een dag het bedrijf van haar vader leidt. Lenia heeft ongelooflijk veel geluk, volgens haar vader.
Sereniteit
Kevin geniet van zijn studies en is vooral geïnteresseerd in “marketing”. Als kind ontwikkelde hij strategieën om producten te verkopen, destijds speelgoed. Zijn oom heeft filosofie gestudeerd en is de marketingbaas van een groot bedrijf, Kevin ziet hem als een rolmodel. In zijn vrije tijd leest Kevin tips van marketingexperts of bekijkt hij hun video’s. Zijn universitaire cijfers zijn niet zo belangrijk voor hem. Hij mist vaak lezingen die hij saai vindt. Zijn ouders zijn blij dat hij geniet van zijn studie en dat hij zo ontspannen is. Ze zijn ook gerustgesteld dat hij snel een leuke flatgemeenschap heeft gevonden.
Motivatie en doelgerichtheid
Het voorbeeld van Lenia en Kevin laat twee verschillende doeloriëntaties zien. De Amerikaanse psychologe Carol Dweck verdeelt prestatiemotivatie in twee gebieden: Prestatiedoelen en meesterschapdoelen.
Lenia’s aanpak is typerend voor de prestatiegerichtheid. Ze vindt bedrijfskunde niet oninteressant, maar wat haar het meest motiveert is het resultaat, d.w.z. de cijfers. Hun focus ligt uiteindelijk op het behalen van het masterdiploma met het hoogste cijfer. Voor hen zijn waarden vooral ijver en doelgerichtheid.
Kevins koele benadering daarentegen is typerend voor de oriëntatie op leerdoelen. Hij heeft er natuurlijk belang bij om het goed te doen in zijn studie bedrijfskunde. Toch motiveert vooral zijn interesse in bepaalde onderwerpen hem. Voor hem zijn leren en verdere ontwikkeling de waarden.
Instabiele en stabiele eigenwaarde
Beide studenten zijn erg gemotiveerd, maar hun motivatie wordt gevoed door verschillende interesses en doelen. Lenia’s prestatiegerichtheid heeft vooral te maken met status. Het zogenaamde tekortmotief is erkenning. Slechte cijfers betekenen falen voor hen en schaden hun eigenwaarde. Over het algemeen is ze beter dan anderen. Ze wordt gedreven door sociale vergelijking, wil haar zussen overtreffen. De manier waarop ze zichzelf ziet in deze competitie kan tot problemen leiden.
Kevins oriëntatie op leerdoelen is vooral gericht op leren en ontwikkelen. Centraal hierin staat het motief van nieuwsgierigheid, een zogenaamd groeimotief, dat de ontwikkeling van competenties nastreeft. Natuurlijk gaat dit ook over jezelf verbeteren, maar niet in competitie met anderen. De focus ligt eerder op zelfrealisatie en het doel om een vrij en zelfbepaald leven te leiden.
Motivatie van buitenaf en motivatie van binnenuit
De twee verschillende doeloriëntaties resulteren niet alleen in twee verschillende motivatietypes, maar ook in verschillende gevoelens en verschillend gedrag.
Lenia’s prestatiegerichtheid is niet gericht op de taken zelf, niet op de inhoud van de colleges, seminars en examens. Ze is bezorgd om het resultaat, dat wil zeggen succes in de examens en het masterdiploma aan het eind. Het is niet de taak zelf die voor haar tot een beloning leidt. Lenia’s motivatie is daarom extrinsiek, d.w.z. komt van buitenaf. Omdat er echter altijd het risico bestaat dat het beoogde doel niet wordt bereikt, gaat prestatiegerichtheid gepaard met negatieve emoties zoals angst, frustratie en onzekerheid. Op de lange termijn dreigt zelfs een burn-out. Maar als Lenia haar doel bereikt, kan ze haar zelfvertrouwen weer opladen en zich bevestigd voelen in haar sterke punten zoals doorzettingsvermogen en self-efficacy.
Kevins oriëntatie op leerdoelen richt zich daarentegen op de activiteit zelf. Natuurlijk houdt hij zich ook bezig met het eindresultaat. Maar het behalen van de mastertitel is niet zijn enige doel. Voor hem ligt de echte beloning in het uitvoeren van de taak, in het leren. Hier ervaart hij positieve emoties zoals vreugde, inspiratie en flow. Tevredenheid en voldoening liggen vaak binnen handbereik. Zijn motivatie is dus instrinsiek.
Kun je jezelf trainen om een leerdoelgerichtheid te hebben?
De meeste reguliere scholen hebben de neiging om het principe van prestatiegerichtheid te bevorderen: door hun beoordelingssysteem, de gefragmenteerde voorbereiding van leerstof, het instellen van externe prikkels. Het niveau van zelfbeschikking binnen deze scholen is dus laag.
De psycholoog O’Keefe heeft echter in een experiment aangetoond dat verandering mogelijk is. Ook hij trof in het begin een duidelijk prestatiegerichte groep studenten aan. Tijdens een zomerseminar stimuleerde hij hen met taken die leerdoelgerichtheid bevorderen. Gaandeweg verbeterde ook de communicatie. Tegen het einde van de zomer zag hij een zichtbare toename in leerdoelgerichtheid bij zijn leerlingen en zelfs na zes maanden was deze verschuiving nog steeds meetbaar.
Focus op promotie en preventie
Van de psycholoog Edward Higgins komt de indeling in aandachtsgebieden. Met de zogenaamde promotiefocus is de persoon gericht op kansen en mogelijkheden. Emoties zoals hoop, enthousiasme en trots spelen een rol, de mindset is optimistisch. Het doel is het bereiken van idealen. De focus ligt ook op de aantrekkingskracht van uitdagingen. Als deze aantrekkingskracht er niet meer is, kan dit een reden zijn om van beroep te veranderen.
Bij de zogenaamde preventiefocus ligt de aandacht meer op het risico en de mogelijke problemen. Gevoelens zoals angst, schaamte en schuld en mogelijk boosheid staan centraal, de mindset is pessimistisch. Het doel is het nakomen van verplichtingen. Daarbij gaat de persoon in kwestie voorzichtig te werk om geen fouten te maken.
Aan de oppervlakte lijkt de focus op doctoraten aantrekkelijker, maar er zijn zeker beroepen waar de focus op preventie zinvoller is. In de medische sector bijvoorbeeld zijn voorzichtigheid en voorzichtigheid belangrijke waarden. Er mogen geen fouten worden gemaakt en er moet rekening worden gehouden met gevaren. De promotionele focus zou hier te riskant zijn en in het ergste geval levensbedreigend. Voor een marketingmanager daarentegen is de promotionele focus doelgerichter.
Vier soorten motivatie – samenvatting
Elk type motivatie heeft zijn belang en rechtvaardiging, afhankelijk van de sector waarin iemand werkt. Zij die hun roeping zoeken, zullen waarschijnlijk in type 1 terechtkomen. Een ambitieuze persoon zal waarschijnlijk zijn of haar equivalent in type 2 vinden, en degenen die een burn-out hebben ervaren zullen zich eerder in type 3 of 4 bevinden.
Type 1 Oriëntatie op leerdoelen/promotie (bijv. startende werknemers)
– nieuwe uitdagingen zoeken
– voortdurend aan zichzelf willen werken
Type 2 Prestatiegerichtheid/promotiegerichtheid (bijv. verkooppersoneel)
– superieur willen zijn aan anderen
– Gebruik deze superioriteit als een drijfveer
Type 3 Oriëntatie op leerdoelen/preventie (bijv. medewerkers in de medische sector)
– Fouten vermijden
– perfectionistische normen hebben
Type 4 Prestatiegerichtheid/preventiegerichtheid (bijv. werknemers bij de politie of in het leger)
– beter willen presteren dan anderen: concurrerend
– Problemen en gevaren in het oog houden
Bijstand Life Coach met betrekking tot motivatie
Voor de life coach is het belangrijk om de totaliteit van een persoonlijkheid te begrijpen. Een holistisch perspectief en een belangrijk hulpmiddel voor mijn werk wordt geboden door de zelfdeterminatietheorie van de psychologen Deci en Ryan.
Het omvat het hele scala van motivatie in de psychologie: van extrinsieke motivatie, d.w.z. motivatie die van buitenaf komt, tot intrinsieke motivatie, die ontstaat wanneer iemand opgaat in zijn activiteit.
Volgens Deci en Ryen kan Lenia’s prestatiegerichtheid worden geclassificeerd als externe regulatie, d.w.z. als gecontroleerde motivatie. Kevins oriëntatie op leerdoelen kan eerder worden geclassificeerd als autonome motivatie volgens de zelfdeterminatietheorie. Lenia is daarom extern bepaald, terwijl Kevin zelfbepaald is.
Zelfbeschikkingstheorie
De zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan kan echter ook praktisch worden toegepast. Door voorbeelden te verzamelen uit het professionele en privéleven van mijn klanten voor de respectievelijke reguleringsniveaus, wordt het snel duidelijk waar ze hun motivatie in hun dagelijks leven vandaan halen en wat de redenen erachter zijn.
© Timo ten Barge [14 .07.2020]
0 reacties